Rasinformatie

De geschiedenis van de Akita

hachiko de akita
Hachiko

Bij alle woorden “Akita” geld uiteraard ook de naam van de “American-Akita”. De Akita is het nationale ras van Japan, verwant van de Kees – en Poolhonden en afkomstig uit de Provincie Akita, (waaraan hij zijn rasnaam te danken heeft). Inu en Ken betekenen “hond” in Japans en daarom wordt het ras ook wel Akita – Ken genoemd.

De Akita hoort ook tot de oudste hondenrassen op de wereld.

Dit ras is zo oud en heeft zo’n geschakeerde geschiedenis achter de rug dat in de stad Odate (provincie Akita) een museum aan deze hond heeft gewijd. Sedert 1931 wordt de Akita door de Japanse regering officieel beschouwd als deel van het nationale erfgoed. In dit opzicht staat de Akita op eenzame hoogte in de hondenwereld, maar de geschiedenis kent zowel ‘ups’ als ‘downs’. De geschiedenis schijnt ongeveer 5000 jaar geleden te zijn begonnen, afgaande op de restenvan een hondenskelet dat in het Noorden van Japan werd gevonden.

De eerste echte getuigenissen over het bestaan van de Akita Inu dateren ongeveer 300 jaar geleden (1616 – 1868). Waarvan de hond afstamt zijn de Amerikanen van idee de Chow – Chow en de Chinese molossen. Maar Japanse deskundigen zijn van mening dat de voorvader Chinees moet zijn geweest. Een professor kwam met de theorie waaruit bleek dat de Akita en de Hokkaido – Ken zich onderscheiden van andere Japanse rassen door de aanwezigheid van een zuur in de rode bloedlichaampjes dat ook voorkomt bij honden van Europese afstamming.

De viervoeters werden gebruikt voor de jacht op beren, zwijnen en ander groot wild. Maar voornamelijk ter bescherming van huis en haard. Door de boerenopstanden, kleine burgeroorlogen en grote invasies van goudzoekers in het gebied rondom de stad werden de Akita’s opeens vreselijk geduchte waakhonden. Rond 1700 bleef de Akita niet meer een boerenhond maar kwam er belangstelling van een generaal. Er kwam toen snel een wet waarbij het verboden was een Akita te verwonden of te doden, (straf, gevangenschap of terdoodveroordeling). De adel ontfermde zich over hem en kreeg de hond een leven dat volkomen ongewoon is voor een hond, (eigen huis met bedienden).

In 1868 – 1912 eindigden het godentijdperk door de opkomst van hondengevechten. De Tosa kreeg al gauw de Akita tegenover zich in de vechtring. De rassen werden gekruist. Het kruisen en het vermengen van al die rassen veroorzaakte een ware degeneratie van het ras. In 1910 werden de hondengevechten verboden maar het lot sloeg opnieuw toe. Er kwam hondenbelasting waardoor duizenden honden werden afgeslacht. Ook de rabiës eiste vele slachtoffers. In 1930 namen de Japanse autoriteiten maatregelen i.v.m. bescherming van bepaalde diersoorten waaronder ook honden, met name de Akita. Er werd een vereniging t.b.v. het ras opgericht. Een edelman ging aan de slag om de Akita te doen herleven. Daardoor kwam er een onmiddellijk uitvoer verbod voor Akita’s van kracht.

Er werd zo selectief gefokt dat binnen de kortste keren het oorspronkelijke type was teruggekeerd. Het type waar de generaal zo’n 200 jaar geleden enthousiast over was. Bijna werd alle inzet in een keer ter niet gedaan door het gebeuren van de Wereld Oorlog 2. De Akita moest er aan geloven vanwege zijn vlees en vacht. In 1946 bestonden er nog een paar exemplaren. Opnieuw zette de edelman zich in om het ras te redden. Hij hield tijdens de oorlog een aantal Akita’s verborgen, (dit tegen officiële bevelen in), om zo na de oorlog opnieuw een fokkerij te beginnen. Tegelijkertijd kruist een ander de Akita met de Duitse Herdershond en verkocht een deel daarvan voor hoge bedragen aan Amerikaanse soldaten. Zo kwam de Akita in de Verenigde Staten terecht. Door snelle verspreiding hiervan bestaan er nu beide lijnen naast elkaar, (het Japanse- en het Amerikaanse type). Gelukkig blijven de beide types gehandhaafd!!!!

De Japanse onder de naam: Akita.
De Amerikaanse onder de naam: American Akita.

In Japan is het verhaal van Hachiko erg bekend. Hachiko ging elke dag alleen naar het station om zijn baas, een universiteitsprofessor af te halen. Dat deed hij al jaren. Elke avond kwam de hond precies op het station om de trein op te wachten. Na de dood van zijn baas kwam de hond nog 10 jaar lang naar het station. Als hij merkte dat zijn baas niet thuis kwam vertrok hij weer verdrietig en alleen naar huis. Maar dat belette hem niet om weer de volgende dag weer precies op tijd present te zijn. De mensen die op het station werkten en de kinderen vonden dit zo ontroerend, dat ze hem te eten gaven en hem verzorgden als hij weer eens gewond was na een gevecht met andere honden.

hachi
Hachi

In Japan is het verhaal van Hachiko erg bekend. Hachiko ging elke dag alleen naar het station om zijn baas, een universiteitsprofessor af te halen. Dat deed hij al jaren. Elke avond kwam de hond precies op het station om de trein op te wachten. Na de dood van zijn baas kwam de hond nog 10 jaar lang naar het station. Als hij merkte dat zijn baas niet thuis kwam vertrok hij weer verdrietig en alleen naar huis. Maar dat belette hem niet om weer de volgende dag weer precies op tijd present te zijn. De mensen die op het station werkten en de kinderen vonden dit zo ontroerend, dat ze hem te eten gaven en hem verzorgden als hij weer eens gewond was na een gevecht met andere honden.

Na zijn dood werd er op het Shibuya-Station in Tokyo een standbeeld voor hem opgericht. In hetzelfde station werd overigens ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van de beroemde Yamamotospoorlijn een Akita tot ere stationchef benoemd. De vacht van Hachiko is bewaard gebleven in het museum van Ueno en hijzelf is het onderwerp van veel Japanse kinderboeken.

hachikobeeld2
Hachiko standbeeld
Hachiko standbeeld
Hachiko standbeeld